h

opinie: een bestuurder met boter op het hoofd

19 november 2021

opinie: een bestuurder met boter op het hoofd

Foto: Andre Muller

“Mijn terminale vader wacht al weken op thuiszorg.” -Ongeruste dochter

Mijn indicatie was ineens niet meer geldig.” -alleenstaande oudere

“Ik kreeg geen vervoer op maat naar het ziekenhuis.” -terminaal zieke inwoner

Dit zijn een paar van de verhalen die de SP in Zuidplas bereiken. Indicaties worden niet of te laat afgegeven, instanties kunnen niet samenwerken omdat de paperassen niet op orde zijn en het ge-heen-en-weer tussen verschillende bureaus is nu erger dan het een jaar geleden was. Wachtlijsten lopen op en steeds dringender hulpvragen worden in de wacht gezet.

Nadat de SP samen met de PVdA-GroenLinks een set vragen had ingediend kwam daar de zorg krant, een inlegvel in het HvH. Op de tweede pagina een uitgebreid interview met directeur bestuurder Ed Lugthart. 1 van de gestelde vragen luid: Hoe zijn de eerste maanden verlopen? En het antwoord luid: goed, we zijn tevreden. 

Daar breekt mijn klomp. Tevreden? Bij de SP hebben we ook een woord dat begint met een T. Teleurgesteld. Bereiken al deze verhalen over waar het mis gaat deze directeur bestuurder dan niet? Met de bereikbaarheid van ZO! Is sowieso wat mis, dat kunnen we in ieder geval vaststellen. Komt misschien ook doordat ze maar tot half 1 telefonisch bereikbaar zijn.

Volgens de stichting zijn er nu kortere lijntjes, waardoor inwoners sneller en beter geholpen worden. Toch snakken de inwoners naar het oude systeem van Welzijn Zuidplas. Daar kregen ze van te voren een brief, “Let op, uw indicatie verloopt binnenkort.” Hier krijgen inwoners te horen: “U hebt uw indicatie zelf laten verlopen, dat is uw eigen schuld.” Is dat de manier waarop we tegenwoordig omgaan met zieke oude inwoners?

Eén rake opmerking stond er wel in het artikel: omdat het altijd beter kan. Een waarheid als een koe, want veel slechter als nu kan het haast niet worden. 

Als een terminaal zieke inwoner naar het ziekenhuis moet met vervoer op maat, maar de indicatie nog niet rond is, en je vraagt die inwoner of openbaar vervoer een optie is, is de bodem wel aardig in zicht. Als vervolgens de uitslag van het gesprek met de arts in het ziekenhuis nodig is om de indicatie te geven om de inwoner überhaupt vervoer naar het ziekenhuis te geven is het kringetje rond. Gelukkig voor onze inwoner is er één persoon in elk geval tevreden. De directeur-bestuurder zelf. 

Aan de mensen in het veld ligt het niet. Deze hardwerkende zorgverleners hebben dit vak gekozen omdat zij mensen willen helpen. Geleidt door vaak kille bestuurders die verder geen enkele empathie lijken te hebben met de groep hulpbehoevenden.

Hoe nu verder? Simpel. De cliënt moet centraal staan, niet stichting ZO!

Onze inwoners, met hun zorgvragen, hoe complex ook, verdienen de juiste hulp. Niet pas over een half jaar, als het rapportje het juiste bureautje bereikt heeft, maar zo snel naar menselijke maatstaven mogelijk is. Om dat te waarborgen is goed bestuur nodig, maar met zo min mogelijk bestuurlijke lagen.

 Hoe krijgen we de vraag van de cliënt centraal. Hoe zorgen we dat de cliënt niet onnodig in de problemen komt. Hoe kunnen we de bestuurders van ZO! doordringen van het feit dat zij er zijn voor de cliënten en niet andersom.

Reactie toevoegen

U bent hier