8 mei 2020
Vluchtelingen zijn van alle dag. Al eeuwenlang slaan mensen op de vlucht voor oorlogsgeweld, natuurrampen, mislukte oogsten, epidemieën of andere mensonterende omstandigheden. Hele gezinnen trekken weg op zoek naar betere oorden waar ze in vrede en gezondheid kunnen leven. Vaak met achterlating van hun bezittingen. Na een tocht, vaak vol ontberingen, hoopt men dan een veiliger oord te bereiken waar zij hopelijk een nieuw leven kunnen opbouwen. Toch haalt een gedeelte van de vluchtelingen deze eindstreep niet. Zij komen om tijdens de vaak barre tocht. Opgelicht door mensensmokkelaars die hen in gammele bootjes de zee mee opnemen om hen daarna aan hun lot over te laten. En toch waagt men de tocht.
Nederland is door de eeuwen heen een toevluchtsoord voor vluchtelingen geweest. Tijdens de 80 jarige oorlog voor de protestante kooplieden uit België die op de vlucht sloegen voor de katholieke Spanjaarden. Voor Portugese joden en Franse hugenoten in de 17e eeuw. Ook in de 20e eeuw is Nederland een veilige haven gebleken voor vele vluchtelingen. Joden en communisten gevlucht voor de nazi's. Na de tweede wereldoorlog de vluchtelingen uit het Oostblok, en in de jaren 90 de vluchtelingen uit voormalig Joegoslavië. Veel van deze vluchtelingen konden rekenen op hulp van Nederland.
Lees verder